Vanaf 31 maart 2007 maken Marc Sedeyn, Pier (Jean-Pierre) Verfaillie en Luc De Corte vanuit Gent België een pelgrimstocht naar Santiago De Compostela.

04 juni 2007

Van Châlus naar Sainte-Foy-la-Grande (20/5 tot 25/5/07)

Opgetekend door E

20-05-2007 Van Châlus tot La coquille 18 km Totaal 1169 km


Na het ontbijt dat we om 7.30u voorgeschoteld kregen stonden we weer voor een moeilijk moment. Afscheid nemen van de familie. Het kan heel leuk zijn om je familie na enkele weken afwezigheid terug te zien, het afscheid nemen wordt er zeker niet gemakkelijker op.
Het is dan ook een enorm emotioneel moment en het kan je best enkele uurtjes van de kaart brengen. Maar we moesten verder. Rudy bracht de 2 pelgrims en Ernie, die een weekje zou meestappen met de auto tot in Châlus. Daar de rugzakken uit de auto, nog een foto van het drietal, een stevige handdruk en we waren weg naar La Coquille. De hemel kleurde grauw en grijs en weldra werden we met hemelwater overgoten. Snel werden de rugzakken afgezet en de regenkledij werd bovengehaald. De nieuwkomer in het gezelschap werd er nog eens aan herinnerd dat het wandeltempo hier een stuk lager lag dan op de doordeweekse wandelingen thuis. Het parcours mocht er wezen. Rustige landelijke veldwegen werden afgewisseld met asfaltbaantjes. Door het hoge natte gras moesten we toch onze regenkledij een poosje aanhouden. Tijdens het wandelen werden beide pelgrims nog eens verrast met een telefoontje van het thuisfront. Het was een eigenaardig tafereeltje. Het zien hoe twee mensen die te voet door deze godvergeten streek trekken en dankzij de moderne technologie in verbinding staan met het thuisfront dat nu toch al meer dan duizend kilometer achter hun lag. De hemel begon nu stilaan op te klaren en de zon deed haar uiterste best om zich door de wolken heen te wurmen. In het dorpje ‘Firbeix’ vonden we een terrasje waar we een lekkere kop warme koffie konden nuttigen. De hond van het terrasje stond ons armtierig aan te staren alsof hij wilde zeggen ‘wie hebben ze nu weer binnen gesmeten?’.
Alle wolken waren nu bijna weg en meteen verdween ook weer de regenkledij in de rugzakken. We trokken verder en een uurtje later vonden we een geschikt plaatsje in de zon om te eten. Enkele afgezaagde stukken boomstam zouden ons als zitplaats dienen. Toen we de rugzakken afzetten zagen we nog net hoe enkele hagedissen die lagen te zonnen het hazenpad namen en veiliger oorden opzochten voor wij ons achterwerk op hun ‘zonneterras’ lieten neerploffen. Meteen kwamen de geuren van Camenbertkaas en salami uit de rugzakken. Daarna trokken we verder langs landelijke veldwegen en dorpjes die soms méér letters in hun naam hebben dan huizen in het dorp zelf. Zo kwamen we voorbij ‘Saint-Pierre-de-Frugie’ en ‘Sainte-Marie-de-Frugie’. Eens we het laatste dorpje voorbij waren kwamen we al snel op onze eindbestemming ‘La Coquille’. Dit dorpje ligt in het departement Dordogne(24) en in de regio Aquitaine. Het telt ong. 1400 inwoners en wordt doormidden gesneden door de zeer drukke N21. In het kerkje was er niet echt veel bijzonders. Wel vonden we het adres van een refuge maar na een kort telefoontje wisten we direct dat het nog gesloten was. Toen we in de plaatselijke bar iets dronken en naar het enige hotel in het dorp vroegen werd ons onmiddellijk de juiste weg gewezen. P ging op zoek en toen hij terug kwam was alles reeds geregeld. We hadden een kamer gekregen maar konden voor het avondeten en het ontbijt niet terecht in het hotel. De kamer daarentegen was zeer modern en comfortabel, al hadden ze wel nog een deur mogen steken tussen de kamer en de badkamer. Voor het avondeten konden we terecht in de bar van deze middag. De dame leek ons zeer vriendelijk en we besloten daar dan ook te eten. Toen we ons eten besteld hadden begon de dame in kwestie haar hele leven te vertellen. Daarna vertelde ze dat ze de toekomst kon voorspellen en om te eindigen geloofde ze ook nog in reïncarnatie. Geef toe, daarvoor waren we nu echt niet te voet tot hier gekomen en na het eten vertrokken we dan ook heel snel naar onze hotelkamer waar we net als de kippen vroeg op stok gingen.



21-05-2007 Van La Coquille naar Sorges 36 km Totaal 1205 km


We ontwaken om 06.00u. P en L hebben vrij goed geslapen. E van zijn kant loopt met zakken onder de ogen. Hij heeft naar eigen zeggen geen oog dicht gedaan en ook elke auto op de N 21 horen voorbij razen. De zon is wel al heel vroeg van de partij. Om 07.00u staan we met de rugzakken op straat, klaar om La Coquille te verlaten. We besluiten om onmiddellijk een hoekje door te steken en komen zo langs ‘Le Moulin Neuf’. Een schilderachtig plekje dat we direct op de gevoelige of beter gezegd op de digitale plaat zetten. Enkele meters verder staat een koppel ezels ons op te wachten, ‘fans van het eerste uur?’. We nemen onze camera en enkele seconden later zijn de pelgrims en hun ‘fans’ vereeuwigd. We wandelen afwisselend over asfaltbaantjes en veldwegen die er door de regen van gisteren soms modderig bij liggen.
Even voor we Thiviers binnenwandelen trekken we over een stukje ‘Route Napoleon’. Van Napoleon is hier niets te bespeuren, behalve dat je op een heel lang en recht stuk weg zit. Naar het schijnt zijn er meerdere van deze aard in Frankrijk. In Thiviers beslissen we om koffie te drinken. De zon verdwijnt achter een donkere wolk en net als we binnen zitten valt de regen met bakken uit de hemel. Thiviers is een bedrijvig stadje. Het wordt beschouwd als een van de hoofdplaatsen voor de productie van ‘foie gras’(ganzenlever). Er is ook een museum gewijd aan de ganzenlever. We besluiten om onze regenkledij aan te trekken voor we verder trekken. Bij het vertrek uit het café regent het nog maar langzaam sluiten de hemelsluizen. Ter hoogte van de kerk merken we nog een wandelaar op, waarschijnlijk nog een pelgrim. Even buiten Thiviers kunnen we genieten van prachtige vergezichten. We trekken verder en stilaan komt de zon er terug door. Ter hoogte van ‘Goulinas’, een klein en rustig gehucht nemen we onze middagrust op een muurtje dat zich boven een snel stromend beekje bevindt. De regenkledij gaat terug in de rugzak want het begint nu toch aardig warm te worden. In Négrondes, op ongeveer 5km van het einde, komen we voorbij een cafeetje. Onze bekjes plakken toe van droogte en we vereren het café met een bezoekje. Terwijl we binnen zitten zien we in een flits de vermoedelijke pelgrim van aan de kerk in Thiviers voorbij flitsen. De laatste 5 km lopen we vooral tussen de velden. De zon brandt nu echt op onze huid.
Rond 16.00u wandelen we Sorges binnen. Ons onderkomen voor vandaag bevindt zich net naast de kerk. In een hoekje naast de kerk en het gemeentehuis hangt een bordje met als opschrift ‘La maison du pélerin’. Daar moeten we zijn. P gaat als eerste binnen en plots wordt er van binnenuit geroepen ‘nou moet je kijken, wie we daar hebben’. Een Nederlands paar springt recht en begroet onze twee pelgrims met open armen. Ook de hospitalero is een aardige man en blijkt ‘Karel ‘ te heten. Een andere dame blijkt ook Nederlandse te zijn en heet Nel, zij komt uit Biervliet. De voorbij flitsende pelgrim van daarnet is er ook, hij is van Franse afkomst. In het huisje hebben we alles wat we moeten hebben. Een frisse douche, een proper toilet, elk een stevig bed en vooral een hartelijke bende pelgrims. Elk neemt die avond een taak voor zijn rekening. De Nederlanders zorgen voor de maaltijd, de Vlamingen doen de afwas. Het wordt verder nog een heerlijke avond. Er wordt een wijntje gedronken en ondertussen worden de verhalen van de laatste dagen aan elkaar doorverteld. Wanneer de Nederlanders al in bed liggen, zitten de Vlamingen nog rustig te praten met Karel de hospitalero die zowat de hele wereld heeft rondgereisd en bovendien heel veel over Portugal vertelt waar hij een boerderijtje heeft. Het wordt stilaan laat en we besluiten om ons bed op te zoeken.



22-05-2007 Van Sorges naar Périgueux 27 km Totaal 1232 km


Rond 7.00u ’s morgens is er al veel beweging in ‘Maison du pèlerin’. De fransman wil graag vroeg vertrekken omdat hij een zeer lange tocht voor de boeg heeft. Dat moet wel want over veertien dagen moet hij St-Jean-Pied-de-Port bereiken. Daarna zit zijn vakantie er op en moet hij weer aan de slag. Nel van haar kant doet het rustiger aan. Ze ondernam deze tocht reeds samen met haar man op de fiets. Nu doet ze het moederziel alleen. Van Biervliet in Nederland te voet naar Compostela in Spanje. Volgens haar is dit ‘hartstikke leuk’. Wij nemen ook onze tijd en voor we vertrekken nemen we nog een foto voor het huisje samen met Karel en Nel.
We trekken verder en al snel komen we op een veldweg terecht die ons buiten Sorges brengt.
De zon schijnt al de hele morgen en al is het nog vroeg toch voel je dat het vandaag zeer warm gaat worden. Halverwege de voormiddag wandelen we door Cornille waar zich een restaurant bevindt. We hopen er een kop koffie te drinken maar worden er nogal kortaf aan herinnerd dat het nog gesloten is. We stappen iets verder en komen zo bij een klein meertje. De rugzakken vliegen op de grond en wij genieten van een brokje eten maar nog meer van de natuur rondom ons. Een half uurtje later trekken we weer verder. Vandaag mogen we niet klagen. Het weer is zeer mooi maar ook het parcours is heel afwisselend. Als we op een zestal kilometer van Périgueux zijn houden we midden de bossen nog eens een halte. P haalt nog eens de harmonica boven en laat ons genieten van een echte serenade. Zowel muziek uit operettes, musicals en films staan op het programma. Zelfs de vogels die boven onze hoofden op de takken van de bomen zitten worden er stil van. Iets later stappen we verder. Een uurtje later stappen we Périgueux binnen. Bij een ‘Inter Marché’ die zich aan de rand van de stad bevindt houden we halt om iets te gaan eten. Het is heerlijk fris in het restaurant en we blijven iets langer dan gepland. Bij het binnenkomen van de stad zien we een thermometer hangen. Hij wijst 31 graden aan. We begeven ons rechtstreeks naar het station want daar zijn enkele goedkope hotels. Na een paar vergeefse pogingen vinden we een hotel dat open is en waar we door de baas een kamer aangeboden krijgen tegen een ‘pelgrimsprijsje’. We nemen onze intrek, genieten van een douche en trekken dan de stad in op zoek naar het toerisme bureau voor een stempel. We kopen nog wat prentkaarten voor het thuisfront en genieten nog eens van een drankje. Daarna trekken we nog eens door het stadscentrum van Périgueux. Périgueux is werkelijk een mooie stad. Het is de hoofdstad van het departement Dordogne en ligt aan de oevers van de Isle. Je vindt er enkele prachtige monumenten zoals; de kathedraal Saint Front en de Eglise Saint-Etienne. Er wonen ongeveer 32.000 inwoners. De stad is ook bekend voor zijn ’Mimos-festival’. Een festival voor theater en mimespelers die elk jaar in augustus doorgaat. We verlaten het drukke stadscentrum en wandelen terug naar het hotel waar we de broer van P verwachten die iets later met de wagen aankomt. Na de ontmoeting met M en A, de familie van P, nemen we terug onze intrek op de kamer en pennen onze verhalen van de dag neer. ’s Avonds nemen we met z’n allen het diner in het hotel en krijgen nog enkele telefoontjes van thuis. Op het moment dat we naar bed willen komt de eigenaar van het hotel ons vertellen dat we het zonder water zullen moeten stellen. Tijdens werkzaamheden aan het wegdek in de buurt en dit naar aanleiding van de doortocht van de ‘Tour De France’ deze zomer, heeft men de waterleiding geraakt. Een groot lek is hiervan het gevolg en de hele wijk zit dan ook zonder water. Voor ons geen al te groot probleem maar voor de eigenaars was dit wel heel vervelend.



23-05-2007 Van Périgueux naar Saint-Astier 27 km Totaal 1259 km


Om 7.00u zitten we reeds aan de ontbijttafel van het hotel dat het nog steeds zonder water moet doen. E koopt nog een paar blikjes frisdrank voor het vertrek want het wordt weer broeierig heet vandaag. Een paar minuten later komen we voorbij de plaats des onheils. Een kraan die midden op een kruispunt staat met daarvoor een enorme krater. Hier is het dat de kraan een ongewenst contact met de waterleiding had. Resultaat: geen water en veel misérie voor de omliggende bewoners. Wij wandelen nog een heel stuk door het drukke Périgueux. Pas na drie kilometer komen we terecht in een rustiger gedeelte aan de rand van de stad. We lopen nu echt in een meer residentieel gedeelte van de stad. Het gaat meteen ook steil omhoog. Eens boven kunnen we genieten van mooie villa’s en vakantiewoningen. Na 7 km bereiken we Chancelade. Chancelade is een dorp dat rustig verscholen ligt tussen het groen. Hier staan de resten van een oude abdij uit de 12de eeuw. We wandelen de kapel binnen en zetten de rugzakken af. We bewonderen de schoonheid en rust van deze religieuze plaats.
P, die zich ter hoogte van het altaar en onder een koepel van de kapel bevindt neem zijn harmonica en speelt een stukje uit ‘O.L.V. van Vlaanderen’. Het is met geen woorden te beschrijven hoe mooi dit klinkt op deze plaats. Ondertussen heeft L plaats genomen aan een tafel waar het ‘livre d’or’ ligt en schrijft er enkele zinnen in. Wanneer we ons naar de uitgang van de kapel begeven branden L en E nog een kaarsje voor de knieën en het gezond verstand van hun beste vriend Marc. Ze vinden het heel spijtig dat hij er niet is en dat is zo af te lezen van hun gezicht. Nog even gaan ze naar boven en ook daar speelt P nog een stukje met de harmonica. Bij het verlaten van het domein worden nog enkele mooie foto’s geschoten. We trekken verder en rond de middag lopen we door de bossen in de omgeving van Beaulieu waar we rusten en iets eten. Terwijl we daar rustig zitten horen we voetstappen naderen en plots zien we Nel tussen de bomen verschijnen. We trekken met z’n vieren verder door de bossen en tussen de velden. Het is ondertussen terug snik heet geworden. In Graveille komen we terug aan de Isle en vinden er een dorpscafé dat we met een bezoekje vereren. Nadat we weer op krachten zijn gekomen trekken we langs de rivier verder, het is hier heerlijk wandelen. Een Franse familie die zit te picknicken ziet ons komen en roept ‘encore quatre kilomètres’. Het is onvoorstelbaar. Niemand kent je hier en toch weten ze waar je heen gaat. Op een bordje lezen we ook nog het volgende ‘St Jacques de Compostelle 1107km’. We zijn nu op 5 km van St.Astier. Een goed uur later lopen we onze eindbestemming binnen. We zoeken onmiddellijk de camping op omdat we daar een tent kunnen huren. Met z’n vieren huren we een tent met alles erop en eraan. Er zit zelfs een douche en toilet aan. Na een verkwikkende douche gaan we enkele inkopen doen en keren daarna naar de tent terug om onze bevindingen van de dag neer te pennen. Iets later komt de familie van P ons vervoegen en er worden plannen gemaakt voor het avondeten. Na het avondeten wordt er nog gezellig gebabbeld over de voorbije dag. Het wordt nu stilaan donker. Plots horen we aan de overzijde van de rivier het lawaai van een opstijgende helikopter. Met een hels lawaai, een verblindend licht en enkele geweerschoten van op de grond maakt hij rondjes boven het dorp en de camping. Vermoedelijk een oefening vanuit de plaatselijke gendarmeriekazerne aan de overkant. We hopen dat dit spektakel niet te lang gaat duren maar als we in ons bed kruipen hangt de helikopter nog steeds boven ons hoofd. Dit blijft zo duren tot rond middernacht en pas dan kunnen we genieten van een stille nacht.



24-05-2007 Van Saint-Astier naar Mussidan 24 km Totaal 1283 km


Om 6.00u staan we op en maken alles klaar om buiten de tent te ontbijten. Het is heerlijk fris. Rond 7.00u is alles opgeruimd en kunnen we vertrekken. Met z’n vieren steken we de Isle over en worden er nog snel enkele foto’s genomen. Het begin van de tocht lijkt een beetje saai te worden. We moeten vrij lang hetzelfde asfaltbaantje volgen en af en toe de spoorweg over. Ter hoogte van het dorpje ‘Les Meuniers’ merken we aan de daken van de huizen dat we stilaan het zuiden naderen. Na ong. 7 km beslissen we om in Neuvic koffie te drinken. De volledige naam luidt ‘Neuvic sur L’Isle’. Het is een dorp dat nog steeds in het departement van de Dordogne ligt. Het dorp telt een goede 3300 inwoners en heeft ook een drie sterren camping die net buiten het dorp aan de Isle ligt. Als toerist kun je er alles vinden wat je voor een geslaagde vakantie nodig hebt en op het dorpsplein kun je gezellig genieten van een terrasje bij een fonteintje. Op sommige gevels van winkels staan er prachtige muurschilderijen die je tonen wat er in het betreffende huis te verkrijgen is. Wij moeten echter verder en op weg naar Douzillac merken we een roofvogel op die steeds van de ene naar de andere boom vliegt terwijl hij ons nauwlettend in de gaten houdt. Wij kunnen hem niet echt thuisbrengen en hij ziet in ons ook geen graten en verdwijnt dan maar het bos in. Om het dorpje Douzillac binnen te komen moeten we een stevige klimpartij doen door de zeer nauwe straatjes. We komen het dorpje binnen langs de achterzijde van de kerk waar er een klein parkje is en we in de schaduw van de bomen ons middagmaal kunnen nuttigen. We hebben terug een mooi zicht op het dal van de Isle. Na het eten bezoeken we de kerk. Het is een mooi en rustig kerkje dat nog niet zo heel lang geleden moet gerestaureerd zijn. Bij het verlaten van het dorp lopen we nog langs een O.L.V. beeldje dat speciaal voor de pelgrim hier geplaatst is. Daar maken we dan ook maar een foto van. Even buiten Douzillac wandelen we het bos in. Het is er zeer aangenaam wandelen omdat we voor een groot deel in de schaduw kunnen blijven. Onderweg leert P aan E het één en ander over wat ze tegenkomen in de natuur. Op een bepaalde plaats vinden we bosaardbeien. Die zijn zo lekker dat ik me echt moet inhouden of ik begin hier te grazen. Bij het verlaten van het bos lopen we ‘St-Louis-en-l’Isle’ binnen. Aan het enige café van dit dorp staat een vrouw ons op te wachten. Wanneer we naderen vraagt ze heel vriendelijk of we geen fris water nodig hebben en ter zelfde tijd of we geen honger hebben en iets willen eten. We zijn verwonderd over zoveel jovialiteit en gaan het dorpcafé binnen om iets te drinken. Hetzelfde gebeurt wanneer we vertrekken. De vrouw vraagt of we al een onderkomen hebben voor de nacht en zo niet gaat zij dit wel regelen. Wij gaan terug op stap en tien minuten later bij het binnenlopen van het volgende dorp staat een man met strooien hoedje op de brug die ons aanspreekt met ‘Bonjour, les pèlerins belges’? Het blijkt dat de man door de vrouw van daarnet is opgebeld en dat hij voor ons onderdak heeft. Hij wijst ons de weg met de melding dat we de sleutel in de brievenbus zullen vinden. Daarna verdwijnt hij weer. Ondertussen bezoeken wij de kerk van Sourzac die volop in de zon ligt en waarvan we de weerspiegeling kunnen zien in het wateroppervlak van de Isle. We moeten dan nog 5 kilometer tot Mussidan dat we rond 16.00u bereiken. Mussidan is een zeer levendig stadje. Er zijn talrijke winkels en het is zeer goed gelegen als uitvalsbasis voor een vakantie in de Périgord. Het ligt op 26 km van Bergerac en op 35 km van Périgueux. Wanneer we aankomen gaan we onmiddellijk naar een plein met een grote eik erop. De man had ons verteld dat we op de hoek van het plein een huis zouden aantreffen met een St.-Jacobschelp en in de brievenbus zou de sleutel zitten. Alles bleek te kloppen en wij hadden meteen ons onderkomen voor de nacht gevonden. Rond 18.00u kwam de man in kwestie nog eens langs met een stempel voor de pelgrims en na het vervullen van enkele formaliteiten verdween hij weer. We moesten de volgende morgen de sleutel maar in de bus gooien voor de volgende pelgrims. Ondertussen hadden we contact genomen met de broer van P om ’s avonds nog eens lekker te gaan eten. Die avond werd Mussidan nog eens opgefrist door een goed onweer.



25-05-2007 Mussidan tot Sainte-Foy-la-Grande 37 km Totaal 1320 km


De weersvoorspellingen zien er gunstig uit.’s Morgens licht bewolkt en naar de avond toe kans op onweer. Er wordt dus om 06.00u opgestaan en na een gezamenlijk ontbijt op de benedenverdieping torsen we de rugzakken op de rug. De deuren worden gesloten en de sleutels verdwijnen terug in de brievenbus waar ze door andere pelgrims vanavond weer zullen gevonden worden. We wandelen met z’n vieren tot aan de kerk waar we afscheid nemen van Nel. Zij verlaat ons vandaag omdat ze liever de richting van Bergerac neemt langs de Gr-route. Wij blijven op het ‘Pelgrimspad’ en onze bestemming ligt vandaag aan de rivier ‘La Dordogne’ in het stadje St.-Foy-la-Grande. De eerste acht kilometer lopen we vooral op het asfalt langs uitgestrekte velden met indrukwekkende sproei-installaties. Eens we een stuk snelweg (A89) voorbij wandelen komen we eindelijk in een bos terecht. Het is er heerlijk fris en aangenaam. We volgen deze bosweg tot St. Géry en stappen dan terug over asfaltwegen tot in Fraisse. In beide plaatsen proberen we het kerkje te bezoeken maar we staan steeds voor een gesloten poort. Ook aan drankgelegenheden is er hier zeker een tekort. Het enige restaurant dat we tegen kwamen was dan ook dicht. Stilaan komt de zon door de wolken piepen en het wordt steeds maar warmer. Onze kelen worden steeds maar droger en droger en het zuigen aan het rubbertje van onze plastiek waterzakken begint ons stilaan op de zenuwen te werken. In de omgeving van het gehucht ‘La Cabane’ lopen we dan ook nog eens een kilometertje om doordat een al te ijverige kaartlezer (Ernie dus) meer oog heeft voor de aanwezigheid van een café dan voor z’n wegenkaart. Rond de middag komen we voorbij een residentiële camping. Op het eerste zicht met gesloten bar maar na enig speurwerk van L vinden we toch het terras en iemand om ons te bedienen. Ook de hond die instaat voor de veiligheid is blij met onze komst en is met geen stokken nog weg te krijgen. Dat wordt dus, hondje strelen met de linkerhand en pintje drinken met de rechterhand. Even later maken we ook nog kennis met een familie uit Moeskroen die onmiddellijk ziet dat wij Belgen zijn en op weg zijn naar Compostela. Na ons vochtgehalte op peil te hebben gebracht vertrekken we weer over de warme asfaltwegen. Het eerste dorp dat we tegenkomen is Monfaucon waar we ons naar de ingang van het kerkje begeven. Wederom zijn de goden ons slecht gezind want we staan weer voor een gesloten poort. We kunnen nu echt niet verder zonder te eten en beslissen om op een bank in de schaduw onze maag te spijzen. Even later vertrekken we weer voor onze laatste tien kilometer. Het parcours begint nu toch stilaan te veranderen. Meer en meer zien we de heuvels opdoemen met daarop uitgestrekte wijngaarden. We moeten ook al wat meer gaan klimmen en op een gegeven moment kunnen we zelfs ‘genieten’ van een nijdige helling, die we in meerdere keren moeten nemen. Eens boven kunnen we genieten van een uitgestrekt landschap en zetten de zakken even af om te bekomen. Na het genieten trekken we verder en zien van boven uit hoe de rivier ‘La Dordogne’ zich door het landschap slingert. Tussen de wijngaarden door moeten we even op zoek naar de juiste weg want blijkbaar klopt de uitleg op de kaart niet met de pijltjes langs de weg. Snel zijn we terug op het juiste pad en komen weldra aan bij de rivier. We steken ‘La Dordogne’ over en genieten met volle teugen van deze prachtige omgeving. In St.-Foy-La-Grande wordt contact opgenomen met ons pelgrimsoord voor vanavond dat zich terug aan de overzijde van de rivier bevindt. Dat betekent dus terug de rivier over. Eens aangekomen bij het pelgrimsonderkomen worden wij er met open armen door de heer des huizes ontvangen die ons direct alle nodige informatie verschaft. Op vraag van E naar het station antwoordt het meneertje dat we dit straks eens met de wagen gaan opzoeken. Twee minuten later tuffen beiden in een glinsterende 25 jaar oude deux-chevaux over het asfalt, richting station. Ondertussen nemen P en L een douche en doen ze de was in de wasmachine die ons ter beschikking staat. ’s Avonds gaat het dan nog eens richting stadje om het laatste avondmaal met E te nuttigen. Op de terugweg worden we dan nog eens getrakteerd op een fantastisch onweer met klank en licht spektakel.

Schelp

Schelp, geboren in de zee
gedragen door het water
aangespoeld op het strand


Schelp, eens een huis van een levend dier
bescherming in zijn bestaan
gehard door de dreiging van de zee


Schelp, vastgehecht op rugzak en kleding
teken van een pelgrim te zijn
van onderweg en toen
van onderweg nu


Schelp, opening tot gesprek door zo
maar een onbekende
sleutel naar elkaar toe
deur die opengaat voor echte ontmoeting


Schelp, teken van kwetsbaarheid
van afzien en vreemdeling zijn
van verlangen om aan te komen


Schelp, teken van bezinning op eigen leven
om het mooie en het trieste te zien in de wereld
om open te staan

om te ontvangen….



Bron: De weg, le chemin, el camino.
J.K.


Voor de foto's, klik hier: http://www.pixagogo.com/6904804131