Vanaf 31 maart 2007 maken Marc Sedeyn, Pier (Jean-Pierre) Verfaillie en Luc De Corte vanuit Gent België een pelgrimstocht naar Santiago De Compostela.

25 juni 2007

Van Lorca naar Villalcazar de Sirga (10/6 tot 17/6/07)

10-6-07 Naar Los Arcos 29 km totaal 1747 km

Zoals afgesproken komt Lionel, de Zwitser, ons om 5u wekken. We eten wat brood, drinken koffie en vertrekken. Emily, uit Oregon, USA is nog vroeger weg. Het is nog donker buiten maar Lionel, die voorop loopt heeft katogen. Moeiteloos vindt hij de wegmarkeringen. Door de hevige regenval van gisteren ligt ons pad er heel modderig bij. Bovendien stinkt het omdat de riolen het vele water niet aankunnen. In het volgende dorp vinden we een benzinestation met cafétaria. We nemen de tijd om een koffie met croissant te eten. Het eten is hier voor de helft goedkoper dan in Frankrijk en minstens even lekker. Net als we willen vertrekken regent het weer hevig. Geen probleem, we drinken nog maar een koffie.
Door de regen is het heerlijk fris. Het landschap is schitterend. Het pad slingert zich door het dal en in de verte zien we hoge bergen. In Estella ontmoeten we nog meer pelgrims die daar geslapen hebben. In Ayegui passeren we het complex van het wijnhuis Irache. Er zijn 2 kranen, uit de rechtse komt fris water, uit de linkse uitstekende rode wijn. Veel pelgrims vullen hun drinkbus met wijn. Wij blijven bij proeven! De kerk van Irache is een bezoekje waard. Heel sober en stijlvol.
We stappen door tot Los Arcos. De hospitaleros, Lieve en Gilbert zijn Vlamingen. Na 1750 km zijn dit de eersten die we ontmoeten. We kwamen ook geen Vlaamse pelgrims tegen. Lieve en Gilbert kennen heel goed de schoonouders van P die de camino liepen in 1988. Het is door deze mensen, die zelf hospitalero waren dat ze de smaak te pakken kregen en ook hospitalero werden. De 70 slaapplaatsen lopen behoorlijk vol. Emily, de vroege vertrekster, komt rond 17 u afgepeigerd aan. In het donker is ze verkeerd gelopen waardoor ze 8 km aan de etappe heeft toegevoegd.
Om 19 u gaan we naar de mis in de Santa Mariakerk die overdadig versierd is met bladgoud. Achteraan bevindt zich een glazen schrijn met het beeld van de gegeselde Christus. Ernaast staat een glazen kistje met een replica van de nagels en de doornenkroon. Behalve pelgrims zijn nog tientallen zeer devote Spaanse inwoners aanwezig. Na de mis worden de pelgrims naar voor geroepen voor de pelgrimszegen. Elke pelgrim ontvangt een bidprentje naar keuze in het Spaans, Frans, Engels, Nederlands..... Er zijn pelgrims uit Mexico, USA, Noorwegen, Polen, Italië, Nederland en België... We eten nog een paella en gaan vroeg slapen in een overbevolkte dormitoria.

11-6-07 Naar Logroño 28 km totaal 1775 km

Deze nacht spant de kroon. Alle 40 pelgrims in de dormitoria hebben niet of heel slecht geslapen. Eén Spanjaard met een vestje vol badges heeft heel de nacht het geluid geproduceerd van een zaagmachine. Niet te harden! Zijn maat gaf hem af en toe een duw maar dat hielp slechts enkele minuten. ’s Morgens werd hij kwaad bekeken terwijl hij zich van geen kwaad bewust was. Er ontbreekt nog een badge op zijn jasje: ‘kampioen snurker camino 2007’!
We zijn zoals gewoonlijk vroeg op stap. Boven de ingang van het kerkhof van Los Arcos staat een afschrift dat tot nadenken stemt. Vrij vertaald: “ik was zoals jij nu bent. Jij wordt zoals ik nu ben...” We lopen door uitgestrekte wijngaarden. We naderen de Riojastreek. In Viana bezoeken we de kerk van Santa Maria. Weer een overdadig versierde kerk met veel goud en krulletjes. Zeker geen rustgevend gevoel als je dit ziet. Wat een verschil met de sobere kerkjes in Frankrijk.
Vanaf nu gaat het pad westwaarts. ’s Morgens hebben we de zon in de rug, rond de middag links. We zien dus veel verbrande benen achteraan en links! Gelukkig waait er een verfrissende westenwind. Recht uit Finistera, en daar moeten wij naartoe. We zien Logroño al van heel ver liggen. We stappen door het dal van de Ebro en zien in de verte hoge bergen. Even voor Logroño zit rechts van de weg de oude Felisa voor haar huis. Ze zit voor een bureautje en heeft een stempel. Ze stempelt onze credencial af en houdt in een beduimeld boekje bij hoeveel pelgrims er voorbij komen. Vandaag zijn we de 27, 28, 29, 30, 31ste . We komen vrij vroeg aan. In de refuge is het al heel druk. P en Marcel willen een kamer in een hostal om wat slaap in te halen want een nieuwe confrontatie met “el roncador” zien we niet zitten. Michel en L kiezen toch voor de refugio. Het is 11 juli, feestdag van de heilige Bernabé en het is net of we op de Gentse feesten zitten. Er wordt vis, brood en wijn verdeeld. In de grote drukte vinden we met moeite een plaatsje om wat te drinken.
Marcel heeft het lastig. Hij wil graag bij ons blijven maar heeft moeite met het tempo en de grote etappes maar we zien morgen wel. Ondanks het feestgedruis vallen Marcel en P zonder moeite in slaap. Hoe zouden de anderen het stellen in de dormitoria?


12-6-07 Naar Azofra 35 km totaal 1810 km

Marcel en P zijn tevreden. We hebben goed geslapen in de hostal. We spraken om 6u 30 af op het marktplein. In restaurant Kuppa kan je vanaf 6u ontbijten. De uitbater ontdekte een gat in de markt. De refugios geven meestal geen ontbijt of als ze het wel doen, pas vanaf 7u. dat is voor een pelgrim schandalig laat. In het restaurant zijn Michel en L al met piepoogjes aan het ontbijten. Andermaal is “el roncador” er in geslaagd de hele dormitorio wakker te houden. Eigenlijk zouden refuges voor dergelijke gevallen een apart kamertje moeten hebben? In het volgende dorp komen we het trio, waaronder de snurker, tegen. In het voorbijgaan kan Michel niet nalaten hevig te snurken. Onmiddellijk wijst één van de maten naar “el roncador” alsof hij wil zeggen: ik ben het niet, hij... Er is maar één middel om dit trio kwijt te spelen. Waar zij stoppen moeten wij nog even doorgaan. Het eindpunt van deze etappe ligt in Na’jera. Daar zijn we rond de middag. Terwijl we wat eten komen de drie voorbijgestapt. Michel kan niet laten om ze “buenas noches” te wensen. Onze redenering klopt. Wij stappen nog 6 km verder tot Azofra en laten dus de snurker achter. In Azofra komen we terecht in een viersterrenrefuge met enkel tweepersoonskamertjes. De refuge heeft naast prachtig sanitair, droogkast, wasmachine, een patio met voetbad, internet... Kortom net een chic hotel. Je kan er bovendien wijn kopen aan 3 euro de fles. Je hoort dus overal ontkurkende flessen.
Wij denken aan pelgrim Marcelino die we vandaag ontmoetten. Hij zit in een soort tuinhuis en deelt gratis fruit uit aan alle pelgrims. Je kan bij hem ook een stempel krijgen voor de credencial. Hij liep al verschillende keren de camino, voor het eerst in 1971. Toen waren er nog geen voorzieningen voor pelgrims en moest je kilometers langs de grote baan lopen. Veel pelgrims verongelukten in die tijd. Slaapplaats zocht je in portalen van kerken of bij bereidwillige inwoners. Refugios bestonden nog niet. Wat een verschil met nu! Marcelino pijlde zelf nog de weg uit met gele pijlen die je nog regelmatig ziet.
Lionel kookt deze avond. Hij is met Michel om boodschappen geweest en nu worden we vergast op een lekkere spaghetti met gebraden varkensvlees, salade en fruit toe. Het wordt met enkele flesjes wijn erbij een echte feestmaaltijd. Dit wordt de nummer één van verblijfplaats: de refugio van Azofra.
’s Avonds vindt P in de gids van Marcel een uitleg voor Ultreia e suseia: deze werden gezongen door middeleeuwse pelgrims. Het is een strofe uit een lied van 1140. De woorden zijn een mengeling van Latijn en de volkstaal en werden vooral gezongen door Vlaamse pelgrims.

HERRU SANCTIAGU
Heer Sint Jacobus
GOT SANCTIAGU
Grote Sint Jacobus
E ULTREIA
Laten we verder gaan
E SUSEIA
Laten we hoger gaan
DEUS ADJUVAT NOS!
God help ons!


13-6-07 Naar Villamayor 33 km totaal 1843 km

Lionel heeft gisteravond alles gekocht voor het ontbijt. Brood, fruitsap, confituur, choco... Lionel, Zwitser van 26 jaar, is verpleger en zeer zelfstandige leuke kerel. Draagt elke dag hetzelfde t-shirt, gescheurd, versleten, verkleurd. Zal niet veel werk hebben om dat in brand te steken in Finisterre. Deze 4 sterren refuge is om 6 u ‘s morgens al in volle bedrijvigheid. L laat in het gastenboek nog een berichtje na voor Adri en Trienette. Via sms weten we dat ze hier deze avond zullen zijn. De camino loopt evenwijdig met de N 120 die naar Santiago loopt. Soms moeten we zelfs stukken langs de grote baan lopen. In het mooie weer zien we al van ver Santo Domingo de la Calzada liggen. Hier nemen we de tijd om de kathedraal te bezoeken. Waarschijnlijk de enige kerk in de wereld waarin permanent een kippenhok met levende kippen, een haan en een hen, staat. Volgens een legende zou hier een onterecht veroordeelde pelgrim door Santiago gered zijn van ophanging. Nadat de jongen bevrijd was, spoedde zich iemand naar de bisschop om het wonder te vertellen. Deze wilde net zijn maaltijd, een gebraden haan en kip opeten. Hij hoorde het verhaal ongelovig aan en riep uit: “dit hier zal nog eerder vleugels krijgen dan dat zoiets waar kan zijn”. En natuurlijk kregen de kip en de haan vleugels... Vandaar dat kippenhok in de kathedraal.
We verlaten de Riojastreek en komen in de provincie Castilla y Leon. We lopen door uitgestrekte korenvelden vol klaprozen en diepblauwe korenbloemen. In Villamayor krijgen we in een rustige gîte een kamer voor ons vijven. ’s Avonds eten we voor 7 euro in de gîte.


14-6-07 Naar Atapuerca 36 km totaal 1879 km

Volgens ons boekje staat ons vandaag een lastige tocht langs slechte bospaden te wachten. Het boekje dateert van 2004 en is al verouderd. De paadjes zijn brede, verharde wegen geworden. Zelfs berijdbaar voor fietsers. Het is slecht weer. Het waait hard en er valt regen. Een Duitser steekt ons voorbij op een fiets zonder pedalen, maar met grote treeplank, een soort “trotinette”. Met dit vehikel haal je enkel bergaf winst. Bergop moet je duwen en plat kan je eventueel wat “trotten”. Hij vertrok uit Duitsland en gaat naar Santiago.
Door het slechte weer is het zicht nihil. We stijgen tot 1120 m in Valdefuentes en gaan dan geleidelijk naar beneden tot San Juan De Ortega. San Juan bouwde voor de pelgrims bruggen over de rivier en werd later door de paus heilig verklaard. We stappen door tot Atapuerca , daar is een refuge en ook een kruidenier. Het regent pijpenstelen als we aankomen. L heeft uitgerekend dat Santiago haalbaar moet zijn tegen 1 juli. Als we verder naar Finisterre stappen kunnen we rond 7 juli thuis zijn. De combinatie stappen èn de toerist uithangen is moeilijk. Na al die weken willen we eigenlijk zo vlug mogelijk naar huis. Lionel zorgde voor een basic maaltijd: pasta met boter. Maar als je honger hebt smaakt alles.
Amaury, een jongen uit Doornik, nam in Vézelay de weg naar Le Puy, gaat door tot Santiago en hoopt daar van een fietsende pelgrim zijn fiets over te kopen om via de kustroute naar huis te fietsen!.. Je moet het maar doen!


15-6-07 Naar Rabé De Las Calzadas 34 km totaal 1913 km

Het is nog donker als we ontbijten in de lokale bar. De café con leche in Spanje is heerlijk. Jammer dat de croissants zo hard gebakken zijn. Het is ronduit koud deze morgen. Via een sterk stijgend pad komen we boven op het plateau van Matagrande en zien Burgos al in de verte liggen. We dalen geleidelijk af naar Burgos. Zo’n 10 km ervoor begint de lintbebouwing met grote bedrijven. Verstand op nul zetten en stappen maar... Elke stap brengt ons dichter bij ons einddoel en die gedachte maakt veel goed.
Na 2 uur stappen, zien we plots in de verte de machtige torens van de kathedraal opduiken. Ze doet denken aan de kathedraal van Keulen. Het is dan ook dezelfde architect die de bouwmeester was. We bezoeken de zijkapel, voor de kathedraal zelf moet je betalen en dat is tegen onze principes. Het is trouwens ontzettend druk in Burgos want het is feest en de refugio ligt midden het feestgewoel. We gaan verder stappen naar Rabé de las Calzadas. We komen er terecht in een privé refuge. De hospitalera Michèle blijkt een ongelofelijk autoritair mens te zijn met een fobie voor alle mogelijke schadelijke insecten. Ze waarschuwt tegen “punaises”, een hardnekkig soort ongedierte dat het leven van een pelgrim grondig kan bederven. We zijn verplicht de rugzak aan een haak aan het bed op te hangen. Lionel krijgt het met haar aan de stok en vertrekt. Michel volgt. Ze vraagt trouwens 20 euro en dat is heel duur voor Spanje. Michel en Lionel moeten nog 8 km verder naar de volgende refuge. Dit wordt een etappe van 42 km!
’s Avonds krijgen we “une potée”. Linzen, worst, spek, wortelen, look en eieren verwerkt tot één dikke soep. Enorm zwaar maar zeer lekker. Voor de maaltijd heft ze het glas. Ze vraagt dat de apostel Santiago ons moge beschermen. Ze brengt ook een toast uit op de 3 estrellas! 3 Belgas die vertrokken zijn vanaf hun huis (P, L en Amaury). Tijdens het eten krijgen we waarschuwingen voor alle plagen van Egypte die een pelgrim kunnen belagen. Gelukkig doen 2 Spaanse pelgrims alsof ze luisteren. Kalle, de Duitser met de autoped, kan zich amper ernstig houden. Kalle is er het hart van in dat zijn autoped buiten moet blijven. Mag niet van Madame, er zitten al genoeg vieze beesten binnen!


16-6-07 Naar Itero de la Vega 41 km totaal 1954 km

Zeer goed geslapen en dat is alweer een tijdje geleden! Als we opstaan is de deur naar de keuken op slot. Er staat wel een dienblad met voor elke pelgrim een fruitsapje. Dat is ons ontbijt. Gelukkig hebben we nog wat oud brood van gisteren, beter dan niks. Amaury stapt vandaag met ons mee. Het is een goede stapper, hij vertrok pas op 12 april uit Doornik.
Het is erg koud, grijs en betrokken, vandaag. In Tardajos is een klein winkeltje open waar we ook bocadillos kunnen kopen. Toch wel handig. Je hoeft nooit honger te hebben.
Het is hier zeer mooi, oneindig uitgestrekte graanvelden, veel groter dan die in Frankrijk. Regelmatig peddelt Kalle ons voorbij met zijn autoped. Echt veel vlugger dan een stapper rijdt hij niet. Boven op het plateau kijken we uit over een breed dal. In de diepte zien we al het dorp Hornillos del Camino liggen en daar moeten we heen. Aan de namen van de dorpen op de route is af te lezen dat de bewoners trots waren op hun geplaveide wegen. Elders kon men zich een dergelijke luxe niet veroorloven. Calzada betekent geplaveide weg. In andere namen komt het woord Camino (weg of pad) vaak voor. In de namiddag komen we aan in Castrojeriz. Dit dorp is prachtig! In de middeleeuwen waren hier wel 4 pelgrimsrefuges. Er zijn 4 kerken die jammer genoeg gesloten zijn. Boven op een heuvel ligt de ruïne van een oude burcht. Na Castrojeriz volgt een steile klim met een prachtig uitzicht. We lopen door korenvelden met duizenden klaprozen en korenbloemen. Jammer dat het weer het niet toelaat om mooie foto’s te maken. Na het dorp Fuente del Piojo komen we aan een afgelegen gebouw. Dit is de Ermita de San Nicolas. Deze middeleeuwse hermitage is gerenoveerd en heeft plaats voor 8 pelgrims. Als wij voorbij komen is slechts 1 plaats over. We ontmoeten er twee bekenden: Michel en Lionel. We spreken af dat we morgen zullen stappen tot Villalcazar de Sirga. Wij vinden een onderkomen iets verder in Itero de la Vega. Tijdens het avondeten laat Marcel zich ontvallen dat hij op 30 juni 60 jaar wordt en dan officieel met rust gaat. Het zou dus heel mooi zijn mochten we in Santiago aankomen op 30 juni.... Luc bekijkt of dit mogelijk is. Moet lukken!


17-6-07 Naar Villalcazar De Sirga 28 km totaal 1982 km

Vandaag is het zondag. Dus doen we maar 28 km. De zondag is tenslotte een rustdag! Het weer ziet er allesbehalve goed uit, koud, winderig, en dreigende regen. Voor alle zekerheid doen we ons regenpak al aan. De hakjes van de bottines die P en L in Pamplona lieten vervangen zijn ondertussen na ongeveer 350 km weer totaal versleten. We zijn niet van plan ze nu nog te laten herstellen. Het hoort zo dat een pelgrim met rats versleten schoenen aankomt in Santiago. We lopen via Boadilla del Camino tot het canal de Castilla met een zeer merkwaardige sluis. Het hoogteverschil van 14 m wordt met vier sluizen, die vlak naast elkaar liggen, overbrugd. Een technisch hoogstandje!
Rond de middag komen we aan in Fromista, een oude pleisterplaats voor pelgrims. Wel jammer dat in Spanje de meeste kerken gesloten zijn. We willen halt houden in Villalcazar de Sirga omdat daar, volgens een collega van L, een toprestaurant is. De collega, Jose el Belga, is inderdaad een oude bekende en we reserveren dus voor 6 personen. We kunnen eten vanaf 21 u. Dat is in het midden van de nacht voor een pelgrim! P legt in zijn beste Spaans uit dat we ten laatste om 22u in de refugio moeten terug zijn. Na wat onderhandelen kan het om 20 uur.
Ondertussen bezoeken we de kerk. Er moet entreegeld betaald worden, maar met onze credencial kost het maar 0,20 euro. Het is er pikdonker. Als je licht wil moet er nog 1 euro in een apparaat gestopt worden. Wat een commercie! En als je in een kaarsenautomaat 1 euro stopt gaat een elektrisch kaarsje branden! Dit gaat toch heel ver!
Het eten ’s avonds is ronduit schitterend. De lamsbout die smelt op de tong en het lekker glaasje Rioja kosten ons wel 31 euro de man! Dat is veel voor een pelgrim! Maar kom, een pelgrim zaagt niet, klaagt niet...
Vanaf morgen brood en water!

Geen opmerkingen: